Diagnostiek en behandeling van ADHD

De diagnose kan niet gesteld worden door een röntgenfoto of bloedtest maar aan de hand van het klachtenpatroon, de ontwikkeling van het kind en het functioneren van het kind zowel thuis, als op school, als met leeftijdsgenoten. Dit gebeurt door het afnemen van gestandaardiseerde vragenlijsten en een interview met ouders en kind. Vaak is dan al duidelijk of er sprake is van ADHD, maar soms is verder onderzoek van het kind nodig. Bijvoorbeeld als er mogelijk ook sprake is van leerproblemen of sociaal-emotionele problemen.

De behandeling rust op 3 pijlers:

  • Psycho-educatie: ouders en leerkrachten krijgen informatie zodat ze meer inzicht krijgen in de stoornis en beter begrijpen waarom het kind zich zo gedraagt;
  • Ouderbegeleiding: coachingsgesprekken met ouders om handvatten te geven in de opvoeding van hun kind;
  • Medicatie: als informatie en ouderbegeleiding het gedrag onvoldoende hebben verbeterd.

Daarnaast is er ook de mogelijkheid van individuele behandeling voor het kind en groepsbehandeling in de vorm van sociale vaardigheidstraining en zelfbeeldgroepen om het zelfbeeld te versterken.

Ouders zien vaak enorm op tegen het geven van medicijnen aan hun kinderen. Goede informatie is dan ook belangrijk!

Uit onderzoek is gebleken dat medicatie in 70 tot 80% van de gevallen een duidelijke vermindering van de ADHD symptomen geeft.

Het middel van eerste keus is methylfenidaat, dat al tientallen jaren wordt voorgeschreven waardoor er veel ervaring mee is. Methylfenidaat bestaat in een kortwerkende vorm waardoor het meerdere keren per dag moet worden ingenomen, maar ook in een langwerkende vorm van 8 tot 12 uur die maar 1 keer per dag hoeft te worden ingenomen. Deze langwerkende medicijnen worden veelal niet of slechts gedeeltelijk vergoed door de ziektekostenverzekering. Methylfenidaat valt onder de Opiumwet maar is bij normaal gebruik niet verslavend en kan op elk moment gestopt worden zonder dat er ontwenningsverschijnselen optreden.

Bij methylfenidaat kunnen bijwerkingen optreden. In het begin kunnen kinderen bijvoorbeeld last hebben van buikpijn, hoofdpijn of zijn ze extra prikkelbaar. Veelal zijn deze klachten van voorbijgaande aard. Moeilijker in slaap komen en vermindering van de eetlust kunnen hardnekkiger zijn. Met de behandelaar wordt besproken welke aanpassingen gedaan kunnen worden om minder last te hebben van bijwerkingen.

Soms komt het voor dat bijwerkingen de reden zijn dat methylfenidaat gestaakt moet worden. Ook kan er soms minder effect op de ADHD symptomen zijn dan verwacht. Er kan dan andere medicatie geprobeerd worden, zoals dexamfetamine en atomoxetine.

Zie verder voor uitgebreide informatie de website van het kenniscentrum kinder- en jeugdpsychiatrie.

ADHD gaat niet over door medicatie. Wel kan gebruik van medicatie voorkomen dat de ontwikkeling van het kind verder wordt belemmerd. Doordat de ADHD symptomen verminderen wordt het kind toegankelijker voor opvoeding en leerstof, is beter in staat ander gedrag aan te leren, heeft minder faalervaringen en kan daardoor een positiever zelfbeeld ontwikkelen.

In de meeste gevallen wordt gedurende één tot twee jaar medicatie gegeven en daarna wordt gestopt om te kijken of het kind ook zonder kan. Ongeveer één derde van de kinderen groeit er overheen, één derde houdt in mindere mate klachten maar heeft geleerd er mee om te gaan en één derde blijft medicatie nodig hebben.

© Copyright 2020 - ADHD Praktijk Pietje Bell. Websiteontwikkeling & onderhoud: The Web Fanatics